Geschiedenis
Het Collegium Theologicum cui symbolum Quisque Suis Viribus is een vereniging voor studenten die godgeleerdheid of godsdienstwetenschap studeren aan het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschappen verbonden aan de Universiteit Leiden. Quisque Suis Viribus, of kortweg 'Quisque', werd opgericht op 19 februari 1841. Het is de oudste nog actieve theologische vereniging in Nederland, en de leden vergaderen tot op de dag van vandaag op de eerste vrijdag van de maand. De lijfspreuk van Quisque Suis Viribus (‘een ieder naar zijn krachten’) luidt: Vreugde, Vriendschap en Theologie.
Oprichting
Quisque Suis Viribus werd op 19 februari 1841 opgericht door vier Leidse theologiestudenten, te weten C.J. François, A.W. van der Worm, E.S. Vorstman en W.F.J. van Vloten.
Bekende leden
Quisque heeft sinds haar oprichting in 1841 talloze theologen van naam voortgebracht. Zo waren onder anderen Oepke Noordmans, Hannes de Graaf, Gerrit Jan Heering, Fredrik Pijper, Jan Nicolaas Bakhuizen van den Brink, Guillaume Posthumus Meyjes, Gustaaf Adolf van den Bergh van Eysinga, Gerrit Wildeboer, Martinus Adrianus Beek en Bernardus Dirks Eerdmans lid van Quisque. In 1991 verscheen de bundel 'Quisque Suis Viribus 1841-1991. 150 jaar theologie in dertien portretten'. In deze bundel worden verschillende oud-leden beschreven, aan de hand waarvan een beeld geschetst wordt van de geschiedenis van Quisque.
Oprichting
Quisque Suis Viribus werd op 19 februari 1841 opgericht door vier Leidse theologiestudenten, te weten C.J. François, A.W. van der Worm, E.S. Vorstman en W.F.J. van Vloten.
Bekende leden
Quisque heeft sinds haar oprichting in 1841 talloze theologen van naam voortgebracht. Zo waren onder anderen Oepke Noordmans, Hannes de Graaf, Gerrit Jan Heering, Fredrik Pijper, Jan Nicolaas Bakhuizen van den Brink, Guillaume Posthumus Meyjes, Gustaaf Adolf van den Bergh van Eysinga, Gerrit Wildeboer, Martinus Adrianus Beek en Bernardus Dirks Eerdmans lid van Quisque. In 1991 verscheen de bundel 'Quisque Suis Viribus 1841-1991. 150 jaar theologie in dertien portretten'. In deze bundel worden verschillende oud-leden beschreven, aan de hand waarvan een beeld geschetst wordt van de geschiedenis van Quisque.
